(Uit) de kast

Nog een week en dan gaat het feest weer beginnen, het openingstoernooi op Heelsum, de weersverwachting is zonnetje, wolkje en een enkel buitje, zuidwestenwind kracht 3, temperatuur 5-12 graden. Voor mij betekent dit lange onderbroek en muts op maar wij hebben bikkels in de club die in korte broek en T-shirt lopen. Heel wat anders dan tijdens de Siberische Beer die ons eind februari teisterde. Wat ons tegenwoordig ook teistert zijn de verschillende WhatsApp groepen, er zijn er zelfs 2 voor de Studiereis, één gewoon Studiereis en één Studiereis 2017. Er gaat geen dag voorbij of er worden nieuwe filmpjes, plaatjes of hele verhalen op gezet, de een nog gekker dan de ander, de smartphone regeert ons leven. Ik ging laatst een stukje wandelen en merkte na 5 minuten dat ik mijn telefoon was vergeten, een lichte paniek maakte zich van mij meester, zal ik teruggaan of loop ik door? Wat nou als ik plotseling onwel word dan kan ik niemand bellen, wat nou als iemand mij dringend nodig heeft, dan ben ik onbereikbaar, hoe was dat vroeger ook weer? O ja, toen stond er een zware zwarte bakelieten telefoon op het dressoir met zo’n draaischijf, een gesprek met je verkering werd tot het minimale teruggebracht want iedereen kon meeluisteren, wilde je echt een intiem gesprek voeren dan ging je naar de telefooncel maar ook daar was helaas vaak geen privacy want er stond altijd wel iemand te wachten die geïnteresseerd stond mee te luisteren of onrustig rondjes liep om de duur van jouw gesprek te beïnvloeden. Telefooncellen bestaan (haast) niet meer, vaste telefoonlijnen heeft men nog wel maar worden weinig gebruikt. Laatst was ik met iemand aan het appen en de berichten vlogen over en weer tot ik opeens gebeld werd: “zullen we maar even gewoon met elkaar praten in plaats van appen, dat is wel zo gezellig en gaat nog sneller ook”. “Ja, dat wel”, zei ik onwennig en zag dat de overige aanwezigen gestoord opkeken van hun smartphone, “kan het niet wat stiller?” werd er gevraagd en ik besloot mij terug te trekken in de gangkast. Ik stond daar in het donker en voelde opeens iets hards in mijn rug, ik duwde de deur open en zag dat een putter uit de golftas stak, wat was dat nou voor een rare putter? Het leek wel de kop van een everzwijn, zo’n platte bek met die kromme tanden, was dat mijn putter? Na enig nadenken kwam het beeld naar voren dat ik inderdaad zo’n putter tijdens de studiereis in Havelte had gekocht. “Hallo, ben je daar nog” klonk het uit mijn felverlichte scherm, “jazeker” zei ik, “ik was even mijn putter aan het bewonderen” en om mijn privacy gevoel weer te vergroten trok ik de deur weer dicht, die viel echter in het slot en bij een gangkast maak je die niet van binnenuit open. Ik rondde het gesprek af en bekeek het scherm. Het kompas gaf aan dat ik met mijn gezicht naar het noordoosten stond, de digitale klok gaf 20:35 aan, het was vrijdag, er waren inmiddels 5 appjes binnengekomen, Trump zou die Oen uit Noord-Korea gaan ontmoeten, er waren 7 updates die bijgewerkt moesten worden, mijn agenda gaf aan dat de volgende ochtend de werkster zou komen en de regen-alert gaf aan dat het over 14 minuten zou gaan regen. Ik werkte in het donker eerst even de appjes af en besloot toen op de deur te gaan bonken omdat ik uit de kast wilde komen. Na vijf minuten bonken was er nog niemand gekomen om mij te bevrijden en dan slaat de paniek toe. Is er dan niemand die wil dat ik uit de kast kom? Plotseling besefte ik dat ik een fantastische uitvinding in mijn hand had, ik kon er ook mee bellen, dus belde ik mijn huisgenoot die duidelijk verstoord opnam: “waar zit jij nou” vroeg hij, “in de kast” zei ik “en ik wil er graag uit”. “je moet zelf weten of je uit de kast wil komen maar daar moet je mij niet mee lastig vallen” zei hij en hing op. Ik besloot hem een appje te sturen, “ik bedoel de gangkast en ik ben bang”. Hij appte terug: “Zo jij laat er geen gras over groeien, uit de kast komen en dan ben je ook nog een gangbanger, ik moet zeggen dat je wel lef hebt”. Verder appen bleek niet mogelijk omdat mijn batterij leeg was en ik viel staand in slaap. De volgende ochtend opende de werkster de gangkast en schrok zich rot. “Wat moet u hier nou in die kast” vroeg zij. “Ik wilde even mijn puttertje poetsen” zei ik en stapte vermoeid de kast uit. “Laat dat poetsen nou maar aan mij over” zei zij nog steeds enigszins ontdaan. Ik had honger, moest nodig naar het toilet, wilde douchen en had dringend frisse buitenlucht nodig maar ik liep op de automatische piloot naar de woonkamer en vond de oplader, sloot de smartphone aan en op dat moment maakte zich een gelukzalig gevoel van mij meester, ik was én uit de kast gekomen én ik was weer online! Het scherm lichtte op en de agenda gaf aan: ‘6 april om 09:30 Heelsum Openingstoernooi’. Ik zal er zijn, vrienden, eerst lekker veel knuffels en dan weer een rondje spelen, ik heb er zin an! Kusje!

Krunkel