De dag na het zo nat verlopen Openingstoernooi begeef ik mij in een stralend zonnetje naar mijn stam etablisement voor de wekelijkse hartversterking die ze, god mag weten waarom, Ketel 1* hebben genoemd en die bij binnenkomst direct en ongevraagd door de mollige en zwaar opgemaakte Jopie wordt ingeschonken in een klein kelkje met drie Andreaskruizen erop, ik ben de enige die uit dit glaasje drinkt als een soort provocatie van de overige aanwezigen die voornamelijk 010 zijn georienteerd. Zodra ik vertrek wordt het glaasje snel in een dichte kast gezet en dat terwijl alle andere glazen duidelijk zichtbaar worden opgeslagen. Het vocht bolt op vanaf de rand naar het midden hetgeen getuigt van een ongelooflijk vakmanschap en een vaste hand van Jopie die geen druppel heeft gemorst. Ik hijs mij op mijn vaste kruk naast een andere regelmatige bezoeker, ik noem hem Dikke Neus, die voor zich uit zit te staren maar die door mijn gekreun tijdens de krukbestijging plotseling weer op aarde afgedaald lijkt te zijn en, nog steeds vooruitstarend zegt: “het golfen is zeker weer begonnen”. “Hoe weet jij dat nou”? vraag ik hem lichtelijk geirriteerd want ik heb het de afgelopen periode helemaal niet over mijn favoriete spelletje gehad omdat ik alleen overwinningen meldt en die zijn de laatste jaren zeer schaars geweest. “Ik hoor het aan de manier waarop je kreunt, als je gegolft heb kreun je anders dan normaal, ik hoor ook als je geklust hebt, dan kreun je anders”. “Je bent beter dan mijn huisarts” regaeerde ik en “ja, je hebt gelijk, gisteren de hele dag in die zeikregen gelopen, het Openingstoernooi van de TeeBirds in Heelsum, geen zak an in die regen”. “Waarom ga je dan spelen, je kan toch ook een fles Ketel 1* buitmaken”? Toen ik hem vertelde dat ik voor de gezelligheid ging en bij de Opening niet mocht ontbreken gaf hij het gesprek een onverwachte wending. “Je kan beter bij Sluitingen present zijn, je staat dan wel te dringen en soms moet je effe matten om binnen te komen maar eenmaal binnen zijn er louter koopjes”, daarmee referend aan de V&D’s, Perry Sport’s en diverse schoenenzaken. “Ik heb vorige week 20 onderbroeken voor een tientje gescoord, da’s pas scoren” en hij nipte voorzichtig van zijn borrel. “Heb jij misschien Kriebels gelezen op onze website” vroeg ik hem verbaasd denkend aan het naast sokken enige nog niet gesponsorde kledingstuk van ons mooie clubje. “Ik heb geen computer” zei hij, “als ik iets wil weten vraag ik het wel of mijn buurjongetje van 10 het even voor me wil opzoeken maar je hebt zeker weer niet gewonnen, ik scoor jij niet”! Er begon een gevoel van onbehagen in mij te ontstaan over zijn ongenuanceerde en geheel onjuiste constatering en ik nam snel een flinke teug die al brandend langzaam door mijn keel afzakte hetgeen een gelukmakend gevoel gaf en waardoor ik door mijn kleinzoon als een held wordt beschouwd omdat ik in staat ben om dat vuurwater naar binnen te werken. Ik begon hem enigszins geirriteerd te vertellen dat de voorpet van het Openingstoernooi al begon met diverse mailtjes over rijden onder invloed en rijbewijzen die geschortst zijn en dat ik een prachtige dag had gehad, dat wij als TeeBirds wederom door twee fantastische sponsoren een geheel nieuwe outfit hebben gekregen, dat IK het toernooi echt had gewonnen, dat Peter Bodewes de Neary had veroverd en dat Cees Leinse de Longest had geslagen en dat onze voorzitter dit toernooi weer voortreffelijk had georganiseerd. Al die tijd had hij stil voor zich uit gekeken met een blik van waar kletst die man over maar hij wist dat als ik eenmaal hier over begon ik geen onderbrekingen dulde en dus hield hij wijselijk zijn mond. Toen ik klaar was met mijn uitgebreide verslag zuchtte hij diep nam een slok en zei: “ik weet niet of het allemaal echt zo leuk is want je mag dan wel gewonnen hebben, je kreunt nog steeds als een oud wijf die na jaren eindelijk weer eens door haar man wordt …….. nou ja je weet wel”.
In tegenstelling to gisteren kon ik deze discussie niet winnen en om verdere pijnlijke momenten te vermijden liet ik het restant uit het glaasje in een teug naar binnen glijden, hees mij weer kreunend van de barkruk, zei Jopie dat ze de borrel maar op de lat moet zetten en begaf mij naar huis. “Je bent vroeg terug” zei mijn vrouw, was het niet gezellig? “Die Dikke Neus zat mij te sarren” zei ik terwijl ik een Ketel 1* inschonk met een mooi kop erop maar van het seizoen is de Kop af en van die borrel haal ik ook de kop af en daarna zakte ik al kreunend op de bank. Waarom moet ik nou altijd iedereen uitleggen dat de TeeBirds speciaal zijn en waarom begrijpen de mensen mij nooit? Ik nam nog een slok, sloot de ogen en zakte weg en droomde over alweer een fantastisch seizoen met veel overwinningen met mijn golfmaten. De conclusie van dit relaas: “Drink altijd met mate(n)”.
* Dit bericht is gesponsord door Ketel 1