Sjakie

Tijdens een strandwandeling zag ik hem op enige afstand van mij lopen, een kromlopend persoon vergezeld van een vrouw met wie hij duidelijk aan het genieten was van het mooie weer, de zee en het strand, ik kende hem maar wist niet meer wie, wat en waarvan dus om mijzelf de tijd te gunnen de stoffige hersenen te activeren bleef ik al kijkend in hun buurt lopen. Vlak voordat hij richting een strandopgang ging kwam er iets bij mij omhoog, dat moest Sjakie zijn, Sjakie die jongen met zo’n deftige naam en van een deftige familie, een ‘Heer van Stand’ zou Olivier B. Bommel gezegd hebben en meteen wist ik het weer, het was Jaques, Jaques Debout, wij noemden hem vroeger Sjakie de Staander omdat ooit iemand in de woordenboeken was gedoken en had gelezen dat ‘debout’ het Franse woord is voor staand, hij werd ook wel eens Sjaak Reebout genoemd maar de Staander heeft het uiteindelijk gewonnen.
Ik liep snel op het stel toe en zei: ‘Sjakie ….. dat is lang geleden!’ Hij stopte en draaide zich om en ik zag dat de Staander eigenlijk niks veranderd was al was hij nu helemaal krom en droeg hij nu een rode broek, een Landrover Experience jas, een studentikoos geknoopt sjaaltje en een geruite pet. Hij nam mij aandachtig in zich op en zei op een bekakte toon: ‘mijnheer de naam is Debout, Jaques Debout en ken ik u ergens van? Ach Sjakie …. ken je me niet meer? Krunkeltje! Ik ben Krunkeltje van driehoog achter en jij woonde schuin achter mij in dat statige herenhuis aan de Hobbemakade, je weet wel dat huis waar nu een bordeel in gevestigd is. Tot zover had de vrouw zich niet met onze hernieuwde kennismaking bemoeid maar omdat Sjakie steeds krommer voorover leek te gaan staan en zich zichtbaar ongemakkelijk voelde greep zij in. ‘Mijnheer, u maakt mijn gast van streek, we zijn hier voor het jaarlijkse Zonnebloem stranduitje en mijnheer Debout is ernstig ziek en heeft nu rust nodig dus ik verzoek u ons alleen te laten’. Zij draaide zich om en hielp Sjakie de strandopgang op waarbij ik totaal verbaasd op het strand achter bleef.
Na enige tijd kwam er een dame de strandopgang af en liep in mijn richting en ook nu duurde het weer enige tijd voor ik wist wie het was, het was die aardige dame van de Zonnebloem met wie ik treintje heb gespeeld omdat mijn dagkaart al vijf jaar verlopen was. ‘Mijnheer Krunkel wat leuk u hier te zien, maar u had zich toch niet opgegeven voor dit stranduitje?” Ik ben zelden zo gelukkig geweest om deze aardige dame op het strand aan te treffen en begon meteen over Sjakie. ‘Dat heb ik boven al gehoord van mijnheer Debout, hij kent u helaas niet meer en vond u maar een vreemde man maar dat vind ik niet hoor, heeft u nog tijd om een klein stukje te wandelen, het is zulk mooi weer’. Die uitnodiging nam ik graag aan en hoewel Sjakie mij bleef bezighouden wist zij mij toch te ontspannen.
‘Golft u nog steeds?’ Die ene korte vraag van haar was voldoende om in een heel lang antwoord alles te vertellen over het afgelopen seizoen, de voorbereiding van het nieuwe seizoen, de ALV, de reservering van de banen, het openingstoernooi, de clubkleding, het 20-jarig jubileum, de altijd geweldige studiereis en het KKST. ‘En u zit nog steeds in het bestuur?’ vroeg zij geïnteresseerd. Toen ik dat bevestigend beantwoordde zei ze ‘eigenlijk doen we hetzelfde werk, we organiseren dingen voor mensen die het nodig hebben, die er zo nu en dan even uit moeten, even de dagelijkse stress kwijtwillen, die soms een luisterend oor en wat beweging nodig hebben, allemaal dankbaar werk meneer Krunkel, maar ik moet nu gaan anders mis ik de bus, we gaan schnitzel met spiegelei eten in Amsterdam bij een golfbaan, dat schijnt tegenwoordig op het menu te staan en lijkt ons erg lekker.’ En weg was ze en weer bleef ik totaal verbaasd achter op het strand. Wat zijn er veel overeenkomsten tussen ons clubje en de Zonnebloem, misschien tijd voor een fusie?

Krunkel

since 2000