Gooise Amsterdammer

Stap ik de dag nadat Heer Stevense het felbegeerde Haasje heeft gewonnen en Ajax de mannen uit Luik heeft uitgeschakeld mijn stamkroeg binnen en zie ik dat er een ander personage op de kruk van de Neus zit, zo’n soort Heer van Stand, driedelig grijs en zo’n duur brilletje zonder rand. Kan een deurwaarder, begrafenisondernemer of advocaat zijn, in alle gevallen is voorzichtigheid geboden. Ik begeef mij dus niet naar mijn kruk maar loop de keuken in direct gevolgd door Jopie. “Wat moet die rare snuiter op de kruk van de Neus?” vroeg ik en Jopie antwoordde dat de Neus vandaag niet komt omdat z’n ex plotseling op de stoep stond vanwege achterstallige alimentatie, hij zei dat dit wel eens zijn dood kon betekenen. Zat ik er dus toch niet ver naast met deurwaarder, begrafenisondernemer of advocaat. Jopie ging verder: “Die Heer op de Neus zijn kruk zit hier al een uur op je te wachten, hij had diverse columns van je gelezen en wil zijn verhaal aan je kwijt…… leuk toch?”
Enigszins trots stap ik de kroeg binnen en loop met opgeheven hoofd naar mijn plaats, kijk het Brilletje aan en stel mij voor “Krunkel en u bent?”. “De Gooise Amsterdammer” kwam er met een licht bekakt accent uit maar zijn oogjes fonkelden van plezier “en ik heb een verhaal voor u, zeg maar inspiratie, u schrijft regelmatig dat u uw stamkroeg uitsluitend bezoekt om inspiratie op te doen dus ik ben maar op de ‘Gooische Moordenaar’* gestapt en heb de reis naar dit gehucht aangevangen”. Wat een heerlijke kakzinnen kan die man uitspreken, ik hing direct aan zijn lippen. “Nou kerel, dat klopt dus steek maar van wal”. “Moet u geen potlood en papier hebben voor aantekeningen, het zou zonde zijn als mijn verhaal maar gedeeltelijk wordt opgenoteerd”. “Niet nodig” zei ik, als het een goed verhaal is onthoud ik alles en mis ik iets dan weet Jopie het altijd aan te vullen”. “Ja, ja”, sprak hij enigszins bezorgd “maar goed, laat ik maar beginnen.

Ik werkte vroeger op kantoor van een luchtvaartmaatschappij in Amsterdam en er zijn soms momenten  (ook soms veel)  op kantoor dat je denkt: “bekijk het effe we gaan de stad even in om wat drinken”. De boel de boel laten zoals mijn moeder altijd zei. Onze favoriete kroeg was het Wevertje in de Kinkerstraat. De eerste keer dat wij daar kwamen, rechtstreeks vanuit kantoor dus, jasje dasje want dat was het kantoor tenue in die tijd, werden we vreemd aangekeken. Je ziet ze denken: wat zijn dat nou weer 3 verdwaalde Yuppen uit Zuid. Maar dingen veranderen en na ons 3e bezoek stond een van mannen die aan een tafeltje voor het raam zat op en kwam naar ons toe, jullie zijn wat vreemde vogels maar ik denk wel fijne peren. Wij blij en boden de man gelijk een borreltje aan. Nou dat had Ome Piet gehoord en riep vanaf zijn stoel voor het raam dat hij ons ook wel aardig vond. Ook maar een borreltje.
Dit hele kul verhaal is de inleiding voor het ware verhaal dat  ik wil vertellen.
Die Ome Piet, die er ‘s morgens al zat met een borreltje, vertelde dat hij een fiets had gewonnen in de loterij van het café. Kijk zei hij: ik heb hem met een dubbel slot voor het raam gezet dan hou ik er goed kijk op. Ja een dubbel slot want er wordt hier enorm gejat in de buurt. Mooie fiets Ome Piet riepen  wij. Ja en luister: ik neem hem ‘s avonds mee naar huis de trap op 3 hoog want anders jatte ze um voor de deur bij mij. Ik riep toen nog Safety First  Ome Piet!!
Door omstandigheden duurde het zeker 3 weken voordat we weer een bezoekje brachten aan het Wevertje. We kwamen vrij opgewekt binnen, Ajax had weer gewonnen van Feyenoord dus er kon niks meer stuk gaan die week. Maar waar is Ome Piet?? De barman zei dat ie zo kwam en het zelf maar moest vertellen. Daar was ie. Borreltje Ome Piet? Nou ik denk dat ik nooit meer drink (na 40 jaar drank?). Wat dan vroeg ik. Nou heb je effe. Ik zit voor het raam kijk nog naar  me fiets op het dubbele slot. Dacht nog heb ik effe een mooie fiets. Ik ga effe pissen (duurt op mijn leeftijd wat langer). Kom terug fiets pleitte, gejat. We hebben hem maar een extra borreltje gegeven. Na een ruim aantal borreltjes was het goed met hem. Hij zei met zachte stem dat hij toch maar bleef drinken en die fiets nou ik woon hier om de hoek, ik ga wel weer lopen.

Na dit verhaal volgde een diepe zucht en er hadden zich zelfs wat transpiratiedruppels op zijn goed gesoigneerde voorhoofd gevormd, hij keek mij en Jopie hoopvol maar toch wat onzeker vragend aan…..”en kunt u hier iets mee?”. Ik liet een lange stilte vallen om de spanning wat op te voeren en reageerde daarna met een uiterst bedenkelijk gezicht: “Tja Gooise Amsterdammer, ik weet het niet, ik ben niet zo van die verhalen die zich in een kroeg afspelen en waar borreltjes worden uitgedeeld, ik hou van wat meer diepgang maar ik wil voor u een uitzondering maken omdat u met de Gooische Tram helemaal hiernaartoe bent gekomen dus ik zal het publiceren. Als u overweegt nog eens met een verhaal te komen laat het dan over vrouwen of over golf gaan, dat is veel interessanter”. Hierna bood ik hem een borreltje aan hetgeen hij teleurgesteld afwees, hij daalde van zijn kruk af, zei heel beleefd ‘goedemiddag allemaal’ en verliet zichtbaar met de pest in zijn lijf het etablissement.
Het is een toffe jongen die Gooise Amsterdammer, alleen kan hij niet tegen een geintje…….jammer dan.

Krunkel in samenwerking met de Gooise Amsterdammer

 

* De Gooische Stoomtram werd op 17 december 1880 opgericht. Een van de initiatiefnemers was Jan Hamdorff die in Laren een hotel dreef. Hij hoopte door een betere verbinding op meer gasten. Het traject Amsterdam – Diemerbrug werd op 17 mei 1881 geopend, op 22 juli werd de dienst verlengd naar Muiderberg en op 20 augustus van dat jaar werd Naarden bereikt. Tussen Diemerbrug en Naarden was de tramlijn langs de Naardertrekvaart aangelegd en reed in Naarden door de Amsterdamse Poort en verliet de stad door de Utrechtse Poort.
Op 15 april 1882 werd de lijn verder verlengd naar Laren en Hilversum. Op dezelfde dag kwam ook de dienst Hilversum – Laren – Blaricum – Huizen in bedrijf. Met de tram werden zowel personen als goederen vervoerd. Ook was er een zijtak naar Muiderberg; een voor Amsterdammers belangrijke badplaats aan de Zuiderzee tot de sluiting van de Afsluitdijk (1932).
In de volksmond werd de tram De Gooische Moordenaar genoemd, wegens de vele ongevallen, die in totaal aan 117 mensen het leven kostten. Een van de oorzaken zou zijn geweest, dat op de locomotief een en dezelfde man machinist en stoker tegelijk moest zijn.

since 2000