Opgehokt

Tijdens mijn dagelijkse ochtendwandeling liep ik langs mijn stamcafé en een op de deur geplakt A4’tje trok mijn aandacht. Er zal toch niks gebeurd zijn met Jopie? Ik bereidde me al voor op het ergste en liep naar de deur en had verwacht te lezen “Wegens droeve omstandigheden gesloten” maar het bleek dat de “droeve omstandigheden” dit keer een virus was, een covid-19 virus geloof ik. Gelukkig niks met Jopie aan de hand maar wel vervelend dat ‘ze’ dicht is en nog wel tot 6 april. Ik besloot via een omweg naar huis te gaan, dan kwam ik langs het huis van de Neus en kon ik hem informeren dat hij thuis kon blijven, we moeten tenslotte van onze Grote Leider Kim Mark I ‘een beetje op elkaar letten’. Bij de Neus zijn huis aangekomen zie ik hem zitten achter het raam met een wat apart bierflesje in zijn hand, een Corona, met een schijfje citroen in de hals want ‘zo heurt ut ook’ al gaat dit laatste volledig aan zijn niet onaanzienlijke neus of zeg maar gerust grote gok voorbij. Hij zag mij aankomen en begon heftig tegen het raam te tikken terwijl hij mij toeriep ‘wegwezen hier, ik ben besmet, ik heb kwaratijne, je mag hier niet komen!’ Ik liep naar het raam en zei ‘Jopie is dicht en je bent niet besmet, je bent gewoon lelijk! En drink jij tegenwoordig Corona?’ Omdat hij geen dubbel glas had konden we elkaar goed horen, er kwam een kleine schittering in zijn ogen, hij pakte een middelgrote en niet te dikke sigaar en stak deze als een volleerd sigarenroker met een balsahoutje aan. ‘Ook een Corona’ zei hij, ‘ze maken de laatste weken alleen nog maar reclame voor Corona en ik moet zeggen dat het goed spul is maar ik moet binnenblijven want ik zit in een soort risicogroep. Die mevrouw van de Zonnebloem, die aardige die jij laatst had meegenomen, die doet mijn boodschappen en zet ze hier voor de deur en dan moet ik ze binnenhalen als zij weer weg is, dit gaat nog twee weken duren dus ik zit opgehokt net als die kippen van die penningmeester van jullie, je weet wel van dat spiegelei’. Ik knikt dat ik het begrepen had. ‘Moeten ze jou ook niet preventief ruimen?’ vroeg de Neus met een serieus gezicht. ‘Jij hebt toch vorige week nog naast mij gezeten en heb je daarna nog wisselende contacten gehad? Dan moeten die ook geruimd worden, opgeruimd staat netjes’. Nu verscheen er een grijns op zijn gezicht want hij zag dat ik dit alles met een bezorgde blik had aangehoord. ‘He Krunkel, maak je geen zorgen, met mij is alles goed en ga nu maar een borrel halen bij Jopie! Die is dicht, dat zei ik toch’ reageerde ik een beetje geïrriteerd. ‘Nou het beste met je en word maar gauw beter’ Ik draaide mij om en liep naar huis, is het hem toch weer gelukt, hij opgehokt en ik opgefokt.

Krunkel

since 2000