Bollo

Zat laatst in de wachtkamer van een ziekenhuis, nog steeds geen schandaalbladen op de leestafel, plastic schermen tussen de stoelen en alle wachtenden waren druk met hun telefoon in de weer, een groet kon er nauwelijks nog vanaf. Een klein jochie zat tegenover mij en begon mij aandachtig te bestuderen zonder dat zijn moeder het in de gaten had, ook zij was met haar telefoon bezig. Ik gaf hem een kleine knipoog, geen reactie. Ik stak vervolgens even heel snel mijn tong naar hem uit waarna hij direct zodanig begon te huilen dat alle aanwezige artsen spontaan uit hun behandelkamers renden om te zien wat er aan de hand was. Het mannetje was nauwelijks meer tot bedaren te brengen en bleef al “Bollo Bollo” schreeuwend naar mij wijzen, ik hield mij uiteraard dom, wat mij zeer makkelijk afging hetgeen voor diegenen die mij kennen geen verrassing is. Wat Bollo tegenwoordig allemaal met kinderen doet moet bij Landal toch eens onderzocht worden!

Nadat hij volgestopt was met opgeblazen handschoenen, kleurboekjes en zelfs een waterijsje kwam het jochie enigszins tot bedaren en konden de artsen hun werk weer hervatten, ik ben de wachtkamer maar uitgegaan omdat de overige aanwezigen door het gewijs van het jochie mij toch reeds als dader veroordeeld hadden hetgeen vandaag de dag direct gevolgd wordt met bedreigingen, haatmails en zelfs met lichamelijk geweld. Al hangend in de gang hoorde ik mijn naam zeggen door een uiterst charmante vrij jonge verpleegster, althans dat dacht ik maar zij bleek al snel de behandelend arts te zijn, ik was even vergeten dat de laatste jaren ruim 80% van de studenten medicijnen vrouw is. Ik volgde haar naar de spreekkamer, “gaat u zitten, dat was me zojuist wat in de wachtkamer meneer Krunkel” begon de arts terwijl zij driftig aan het typen was en geen tijd had om mij aan te kijken. “Waarmee kan ik u helpen” was de volgende standaard intro. “Doet u maal een halfje volkoren en een puddingbroodje” was mijn antwoord en dat had het gewenste effect, zij stopte met typen en keek mij verbaasd, bestraffend maar toch wel met pretoogjes aan. “Ik heb geen tijd voor deze onzin meneer Krunkel, zegt u nu maar wat uw klachten zijn dan kunnen we verder”. Ik moest haar aandacht vasthouden en zei “u bent zeker direct de declaratie al aan het typen, jullie worden ook zo in beslag genomen door al die administratieve rompslomp dat je nauwelijks nog tijd hebt voor de patiënten”. “Gaat meneer Krunkel hier een beetje Hendrik Groen zitten spelen en de populaire oude man uithangen of krijg ik nog te horen waarvoor u hier op mijn spreekuur gekomen bent?” Zij had gelijk maar ik had in ieder geval haar aandacht en enkele minuten later lag ik op de onderzoekstafel, niks geen getyp meer maar serieuze aandacht voor mij. “Voor iemand van uw leeftijd ziet u er helemaal niet slecht uit”, zei zij na enige tijd maar als een arts of wie dan ook dit soort dingen tegen je gaat zeggen dan weet je dat het met je is gebeurd, het aftellen is begonnen. Afijn, 6 weken verder en na meerdere onderzoeken door diverse “peuten”, foto’s, bloedmetingen en wat ze verder allemaal kunnen bedenken om de pot te spekken werd eindelijk een diagnose gesteld, niet een die ik wilde horen maar gelukkig was er wel een diagnose en een behandelplan met medicijnen waarbij het niet uitgesloten is dat het lichaam hierdoor enige bolling gaat vertonen. Als ik over enige tijd weer ga proberen een balletje te slaan hoop ik niet op een reactie zoals dat van het jochie, al wijzend naar mij en volop gejank en dan uitkramend “daar heb je die Bolle weer” Ik hoop tot spoedig mannen en spot er dan maar lekker op los, de medicijnen houden mij ook rustig dus ik ga er niet meteen op los slaan, hoewel……..

Krunkel